|
Herinneringen aan de Sixties |
Rabbits60.nl |
|
door : |
|||
High, high, oh high society van Louis Armstrong met z’n mooie diepe speciale stem, dat was m’n eerste openbare optreden op een nis van een schoolmuurtje van de openbare lagere school in stad Delden, alwaar ik leefde bij m’n oom en tante die me groot brachten van m’n vierde tot m’n vijftiende jaar. Het voelde zo goed, het was opwindend zoals ieder optreden nu nog steeds voor me is. Noem het het vlinder in de buik geluk. M’n oom Igor Cornelissen, later gezeten in de |
hoofdredactie van “Vrij Nederland”, was een fan van Louis Armstrong’s muziek. Hij liet me wel eens muziek horen en naar m’n herinnering heb ik de film met Louis gezien. M’n eerste levensherinnering was toen ik vier jaar was en m’n broertje Eduard, toen net geboren, eventjes in m’n armptje mocht houden. M’n vader leefde in Lingen/Ems Duitsland en m’n moeder leefde in Enschede. Twee zusters leefden bij m’n vader en Eduard bij m’n moeder. Wonende bij m’n oom en tante mocht ik iedere schoolvakantie naar m’n vader en verscheidene weekenden van m’n normale schooltijd naar m’n moeder alwaar ik Eduard ontmoette en dat was altijd fijn. Van m’n moeder kreeg ik altijd lekkere soep en Eduard maakte me bewust van Cliff Richard dat was de tijd van “Do you want to dance” en “The yong one”. M’n eerste single die ik zelf kocht was “Telstar” van de Tornado’s. Man, wat voelde je je rijk met zoiets. In die tijd genoot ik van “Tijd voor teenagers” van Herman Stok en tussen “10+ en 20-“ van Jos Brink en natuurlijk Elvis de pelvis, rode en groene rock en roll-kousen, bij de swing-mill. Heerlijk weg dromen. Ik werd “Bar-Mitzvah” toen ik 13 jaar was, in 1962. Rond die periode hadden Albert Brunnenkreeft (een vriend uit Delden) en ik een optreden onder de naam de Alhea’s , |
![]() |
jawel, op het grote podium in het concertgebouw in Hengelo(O) tijdens het sinterklaasfeest van de Hengelose ULO’s. We zongen “If i had a hammer” van Trini Lopez, heerlijk dat gevoel. Omstreeks die tijd hadden we ook een draadomroep in Delden, werkelijk met een draad tot in de radio. Toni Arends( die later bij de NOS ging werken) en Jan Meierink (zoon van de bakker in de buurt) verzorgden de uitzendingen. Denk zo’n 1963 overgaande in het magische 1964. De Engelse top20. De eerste Merseybeat klanken, die ik daarna ook regelmatig rechtstreeks via radio Luxenburg op m’n kleine transistorradiotje op zolder beluisterde voor het in slaap vallen, hoorde ik via onze locale draadomroep zondagavonds en dat gevoel schreef m’n pen in; |
![]() |
Now
you’re looking to the telly, it still tinkles your belly.
|
![]() |
We hadden ook onze eigen voetbalclub. We trainden op straat en schoolplein en speelden matches bij de viersprong vlak bij Twickel in Delden. Het team van Toni en Jan, noemden zich O.D.S. overwinning door samenspel en wij waren D.D.D., de Deldense DeurDouwers. We speelden een echte wedstrijd op het echte veld van S.V. Delden, vlakbij zwembad “De Mors” alwaar we ook onze eerste shagjes draaiden. We hadden ook een echte scheidsrechter met echte scheidsrechterfluit. Sportshirts hadden we niet. Het ene elftal had het onderhemd over de kleren aan. Het resultaat, 13(of meer)- 0 voor O.D.S. en we waren een ervaring rijker. Ook ergens in de lente van 1964 was de match van Cassius Clay (later Mohammed ali) tegen Sonny Liston. M’n schoolprestaties waren niet om over naar huis te schrijven, want de rebel, het opstandige begon allerlei vormen aan te nemen. Naar de jukebox in de snackbar bij een patatje en een cola, een kwartje in het gleufje en je had twee platen en dan voor de cafetaria de vetkuiven met hun Kreidlers Floret, het was allemaal opwindend. |
dus, dat is nu naderhand een welziendheid gebleken. M’n vader had een oud ijzer en metalen zaak met lompen etc., bracht honingwas naar de kaarsfabrieken, koe en andere vellen naar de leerlooierijen en textiel. Een paar leuke dingen van die tijd in Duitsland. M’n oudste zuster Helga zwom regelmatig met de zwemclub “Blau-Weis” in Lingen. Op een van die uitstapjes naar zwemwedstrijden in Cloppenburg had Eduard zijn eerste openbare optreden voor een microfoon in het zwembad. Stel je voor een jongetje van 11 jaar zingt z’n eerste geschreven tekst “Du hast mein herz nicht gebrochen”, Duitse versie van “A hard days night” van the Beatles, wat mij de inspiratie gaf om met “Nobody i know”, een Beatles compositie gezongen door Peter and Gorden met mijn titel”Onbekante junge”. Wel schreef ik een tijd later op “She’s a woman” van the Beatles, |
|
Ich wollt
ich wär ein Beatle Das denk’ ich immer wieder Dann hätt ich shön Beatle haare Und stand auch mit der gitarre Ich wollt ich wär ein Beatle John Paul George singen Yeah yeah yeah Ringo singt da shön hinterher Ich wollt ich wär ein Beatle |
![]() |
|
Kun je je dat
voorstellen op die melodie? Van onze laatste tijd in Duitsland ,
juli, augustus ’64. Overgaande in terug in Enschede herinner ik me
dat we de trein wel eens namen in Duitsland en dan gingen we (Eduard
en ik) op een stationsperron zingen voor de mensen die hun hoofden
dan wel uit het raamptje van de trein staken en zo een publiek voor
ons waren. Later hadden we een zelfgemaakt naambord dat we met ons
meenamen. We noemden ons de JohnJacks, John Starr (Eduard) en
Jack Stone (ik) Terug in Nederland deden we aan een talentenjacht mee in
de Twentse schouwburg met Jos Brink als speciale gast, nog niet
ontdekt toen, daarna in Rijsen 1965, met de eerste prijs voor de
Ronal Four uit Enschede. Toch weer naar een andere ULO gegaan
waar ik bevriend raakte het Hennie Vissher, een klassevriend die in
Glanerbrug woonde die een slagtrommeltje en een bekken had en heel
enthousiast met muziek was. Erg lieve ouders die heel gek met ons
waren en vooral met kleine Eduardje. We repeteerden in hun
huiskamer. We deden aan een talentenjacht mee in schouwburg Irene.
Er was een modeshow en twee bands; The Refreshers (hadden de
1e prijs) en wij, John Star, Jack Stone en Bill Rocket (Hennie
Vissher) onder de naam The de-les-die Pop” de 2e prijs. En
trots dat we waren. Alles was nog zo mooi jong en fris. Eind ’64
bracht ik “De Tijd”, een avondkrant rond die we ontvingen bij de
stationstrappen. Nog later ergens in ’65 ’66 hadden we een band die
nooit gestart is. We hebben een paar keer gerepeteerd met Jopie
Munsterman(later journalist bij Tubantia), Hans Mooi, Eduard, Hennie
en ik. Tot dat Hennie verkering kreeg en dat was het. Wordt vervolgd.......... |