HUN toen... De band heeft bestaan van 1965 t/m 1968
Bandleden door de jaren heen; Bertie ten Donkelaar, Wim ter Maat, Chris Jonkers, Ipo Oosterhuis,
Henkie van de Wetering, Alex Blaauwbroek en Frans Kuijper.
Het eerste jaar in 1965 organiseerde we zelf Beatfeesten in het houten gebouwtje van de postduivenclub aan het Zuiderspoor en toerden we ,
met gehuurde geluidsapparatuur van Assink, langs de Enschedese clubhuizen de Sloep, de Brug, de Katheker, de Bijenkorf en langs
speeltuinen zoals Acacia, de Plataanstraat en Enschedese dancings zoals de Vlugte, en Reinders (waar soms stevig geknokt werd tijdens
optredens, doorspelen was het devies) of op het woonwagenkamp bij Dolphia.( waar je niet aan de meisjes mocht komen).Een hele schare fans
trok mee op bromfietsen Puchjes, Tomossen, Kreidlers, Zundaps, Mobilettes . We speelden ook in de Hengelosche clubhuizen zoals de
Boemerang, het Kraaienus, de Dieselstraat, het Lansink, het Beetshuis. en The Criple Creek in Borne. Het Beetshuis was net begonnen als
Beatclub en wij boden aan voor de entree te spelen. Na een paar optreden was de bovenzaal te klein, de vloer zakte door zoveel fans waren er
gekomen. Daarna werdt de benedenzaal van deze oude fabriek gebruikt. HUN had veel fans zowel in Enschede als Hengelo.In het Kraaienus
vloog Wim zijn versterker in de brand bij een WHO act. Ik schopte in het Beetshuis twee drumstellen van het podium, geïnspireerd door Keith
Moon van the Who. HUN was lekker ruig en behoorlijk wild met nummers van The Who, Q65, The Animals, Them, Rolling Stones, the
Yardbirds, John Mayall and the Bleusbreackers, Moody Blues. In 1966 hadden we een behoorlijke installatie bij elkaar gespaard bestaande uit
Marshall en Dynacordversterkers en een eigen VW bus. We speelden vaak met The Buffoons op de zondagmiddag in Hotel Modern op de
TeeBeat. We toerden in het tweede jaar van ons bestaan in de Achterhoek, Overijssel en Duitsland, speelden in oude schuren, kazernes,
dancings en nachtclubs. Als 17 jarig knulletje mocht ik blijven bij Sperrezeit na 22.00 uur in Duitsland want ik was de drummer van de band.
Henkie van de Wetering
Getty Reuvers, die ik bij de Sloep ontmoette, nam me mee naar Pathmos. Die kende daar een gitarist. Die gitarist werkte bij de TET en had wel
20 kleine busluidspeakers aan elkaar geknoopt om zo harde beatmuziek te produceren.Toen onze band niet goed van de grond kwam bracht
Getty me naar Bettie ten Donkelaar de zanger en oprichter van HUN. Ik moest in de voorkamer van Bettie’s ouders, in de deuropening van die
kleine Patmoswoning even laten horen hoe ik drumde. Ja, ik had de juiste beat dus zo werd ik drummer bij HUN. De band HUN reperteerde op
zelfgebouwde gitaarversterkers. Van oude radio’s en dergelijke. We repeteerden wel; drie maal in de week in die kleine voorkamer. De baby van
Betties zus lag boven te slapen. Ze vertelde me dertig jaar later dat ze er geen last van had maar dat ze overal doorheen sliep. De oude
buurvrouw, van ver in de zeventig, klaagde nooit. Fans hingen rond voor het huis en gluurden door het raam. De overbuurjongen Gerrit
Schepers, mocht met de bestelbus van zijn vader ons vervoeren naar optredens. Gasflessen eruit en de installatie erin. Henk Tukker was onze
manager. De buurjongens Alwisch en Peter Nijhuis hielpen als roadies. Kortom de hele buurt deed mee. Het was HUN band.