De muzikale geschiedenis van Siem Duivelaar. Hallo ! Ik ben Siem Duivelaar. Ik had de toezegging gedaan om een stuk over mijn muziek verleden te schrijven. Aangezien ik geen goede schrijver ben blijft het dus bij een poging.
Op 19 december 1948 werd ik geboren dicht bij de plek waar enige jaren later "de Sloep" gebouwd werd, te weten in de Noordhoekhegtstraat, een zijstraat van de G.J.van Heekstraat. Mijn moeder deed aan zang en cabaret bij de toneelafdeling van Richtersbleek. Mijn vader was chauffeur/monteur bij reisburo Arke. Hij zong veel achter het stuur en ik mocht vaak met hem mee. In de vierde klas vroeg ik een gitaar aan m'n ouders en die kreeg ik. Een akoestische Egmond. Er werd geoefend tot de blaren op m'n vingers zaten tot bloedens toe en ik ging naar muziekles. Voor m'n elfde verjaardag kreeg ik een nieuw muziekboek. Dat was helemaal niet goed vond ik dus dat moest maar geruild worden. We gingen naar muziekhandel "Demoed" aan de Haaksbergerstraat waar we geholpen werden door de oude heer Demoed zelf. Hij vroeg wat er mis was met het boek. Ik zei, ik moet pijltjes hebben en geen stokjes met bolletjes. Och nee toch riep mijnheer Demoed, dat is klaverskribo. Dat is niet het gebruikelijke notenschrift. Ja, dat was een tegenvaller. Een jaar lang geoefend met een verkeerd systeem. Maar, mijnheer Demoed wist een goeie muziekschool. Ik moest toelatingsexamen doen bij het Twents muziek lyceum en slaagde. Ik kreeg les van Henk van Schagen en hij leerde me de goede noten. Spaans klasiek gitaarspel waaronder Flamengo. Prachtige muziek. Ik werd al gauw in contact gebracht met andere leerlingen waaronder Bert Baarslag en Hans Sulleusey. We gingen een trio vormen en werden regelmatig door de muziekschool uitgezonden naar examenfeestjes van menig u.l.o. of h.b.s. We zitten inmiddels in 1961 , 1962. Ja, het beatle tijdperk begon en daar rolden we eigenlijk zo maar vanzelf in, tot grote ergernis van onze gitaarleraar en het bestuur van de muziekschool. Ja het bloed kruipt waar het niet mocht komen. Zo werd in 1964 een begin gemaakt met de eerste beatband. We repeteerden nog altijd akoestisch. Na een half jaar kwam er een elektrische gitaar. Nou, de bananenstekker in het stopcontact en klaar dacht ik. Dat zou ik maar niet doen Siem, zei m'n vader. Achteraf was ik hem wel heel erg dankbaar voor deze waarschuwing.  Eind 1964 kwamen er meer elektrisch en een drumstel. Ab Hoogstra sloot zich bij ons aan en de Substitute was geboren. Gespeeld werd er in het clubhuizen circuit, beatclubs, schoolfeesten en ja één keer op de kermis in langeveen. Het feest duurde z'n tweënhalf jaar, toen moest Ab in dienst. We hadden toen al een opmerkelijk repertoir. Veel Beatles maar ook Tremeloes, Fortunes. Zombies, Animals en the Turtles. Er werd veel met closeharmony gedaan. De laatste drie maanden deed Herman Mensing mee op toetsen. Het was heel jammer. Bert en Hans gingen fulltime in the Nightstars spelen.Het was even niet zo leuk meer. Ik moest 8 weken het ziekenhuis in voor een nieuwe huid op mijn gezicht. Ik leed fors aan acne. Dat zijn puisten, bijna zweren. In die periode hoorde ik van mijn ouders dat er twee jongens met lang haar aan de deur waren geweest. Er werd hun verteld wat er met mij aan de hand was. Ze wensten beterschap voor mij en of ik, als het weer klaar was, op de repetitie van de Honest Men wilde komen. Die twee jongens waren Alois van de Zwaan (gitarist/zanger) en Martin Hofman (dwarsfluit/zanger). Ergens in oktober 1967 ging ik met m'n Elite gitaar onder de arm naar het parochiehuis aan de Deurnigerstraat. Daar werd ik voorgesteld aan een wel heel vreemd stel mensen met een nog veel extremere humor dan ik ooit gehoord had. Wil Luikinga stelde mij een beetje gerust en vertelde dat als je op het goede knopje drukte ze wel weer normaal werden. Alois stond op en drukte mij een Cretch gitaar in de handen met gouden elementen en knoppen. Ik zij, ja maar ik heb ook een gitaar, een Elite. Ja zei Alois, dat weet ik, en ik weet ook het prijsverschil, dat is fl.2200,- . Ik werd echt benauwd en toen vroeg hij ook nog, speel eens wat. Wil Luikinga kwam in aktie en vroeg of we een gezamenlijk nummer kenden. En ja, zat hoor. De keuze was reuze. Ik werd dezelfde middag aangenomen en na 8 weken ging ik de plaats van Geo Wunning invullen en dat tot 1 maart 1970. Ik was in 1969 inmiddels getrouwd met één van de vurigste Honest Men fans, Hannie. Het muziek maken moest even in de ijskast want er moesten diploma's gehaald worden en ik ging weer naar school om het vak van garagehouder te leren, Na ca. 1 jaar had ik het geluk te mogen slagen voor het hoogste diploma. De lagere diploma's heb ik jaren daarna op de avondschool gedaan. Na dit jaar in december 1971 stond er alweer iemand op de stoep, een drummer, Freddy Odink (ex.Honest Men) Hij zei me dat hij een band wou oprichten en in de achterhoek ging spelen voor theaterburo B.V.M.. Niet zover van huis en heel gezellig. Ik deed mee samen met Egbert de Wit (bas/zang), Peter van Keulen (toetsen/zang), Hans Oost (trompet/zang en de bandnaam werd Akimbo. Het nivo was minder dan bij de Honest Men maar er werd erg veel plezier gemaakt. Akimbo ging in juli 1975 uit elkaar. Ik was inmiddels benaderd door Martin Robers (toetsen) en Wim Nijland (drummer), om mee te doen in Oldenzaal, in de kei, op jaarcontract basis.  De band was genaamd The Thunderbirds. Dat ging helemaal niet goed. Ik speelde op het laatst met vervangers van de vervangers. Als je s'avonds kwam wist je niet wie er mee deden op die avond. Er werd ons ontslag aangezegd en terecht. Het was niet om aan te horen. Martin Robers, Wim en ik bleven over en besloten een zangeres aan te trekken en een een nieuwe bassist. Zangeres werd de eerste zangeres van the Rabbits,  Cecile Grave en op bas kwam Benno Fokkinga. Dit was het begin van de band "Arsis". Het ging twee jaar heel leuk maar door wisselingen zaten we in 1978 weer met z'n drieën, Wim, Martin en Ik. We besloten om een hardrock formatie te beginnen. We hadden een nieuwe sologitarist en bassist nodig. Zanger was ik inmiddels door nood zelf geworden. Frans Alink op bas en zang, Bert ten Boske op sologitaar maakten de mogelijkheden voor ruig repertoir. Het werd Deep purple, Ion Butterfly, AC/DC. The Doors, Manfred Man en Mother finest. Ja, het ging er stevig aan toe tot augustus 1981. Jan Willem Valk had inmiddels Wim vervangen en sologitaar werd intussen bespeeld door Franky Meënkong. We waren het wisselen beu en stopten, het was uit! Ja, dat had je gedacht. In 1994 optreden met the Substitute op het Textielbeatfestival met als extra gitarist de 14 jarige Christian Duivelaar en verder de gehele oude bezetting van 1965 behalve Ab. Hij kwam wel op de repetities maar had na diensttijd nooit meer gedrumd. Zijn plaats ging naar Freddy Odink. Er zou in 1996 opnieuw opgetreden worden voor Textielbeat maar Hans Sullewsky zegde af en Bert Baarslag gaf te kennen het niet leuk te vinden met weer een vervanging. De afzegging moest ik toch wel even melden op een vergadering van Textielbeat. Die avond ontmoette ik Eduard Hanauer. Hij zei door wisselingen in de band the Rabbits kunnen wij niet meedoen. Ik dacht bij mezelf, wisselingen, dat komt me heel erg bekend voor. Eduard zei, we zitten zonder gitarist en komen een zanger te kort omdat Herman Hanauer in Australië zit. Dit was wel snel opgelost. Martin Hofman en ik doen nu al langer met the Rabbits mee dan ze ooit bestaan hebben en we hebben met elkaar het gevoel een hechte club te zijn.    Maar of er nog gewisseld wordt ? Hartelijke groeten van Siem Duivelaar.